Ken je dat? Dat je in een gezelschap komt waar je, behalve degene door wie je uitgenodigd bent, eigenlijk niemand kent?
Het overkwam me vorige week weer. Ik was te gast op een verjaardagsfeest. Ik was benieuwd wie er zouden zijn, want alle gemeenschappelijke vrienden waren met vakantie.
De start was niet zo geweldig. Wat een spetterende partij aan de rand van het zwembad had moeten worden, werd een feestje rondom de eettafel vanwege het water dat met bakken uit de hemel kwam.
Zoals gezegd, behalve de gastvrouw en -heer kende ik er niemand. De overige gasten kenden elkaar wel, ze waren lid van dezelfde club. Mijn eerste, automatische gedachte was: ‘Wanneer kan ik weg?’, want ik denk dat ik in dat gezelschap totaal overbodig ben. Zonder mij komt het ook goed en misschien nog wel beter.
Gelukkig heb ik ook altijd het adagium dat iedereen de moeite waard is om naar te luisteren. Het enige dat ik hoef te doen is me open en mild op te stellen. Zo raakte ik in gesprek met een man die bij een succesvolle onderneming werkt waar de teams zelfsturend zijn. Ik kreeg een aardig kijkje in de bedrijfskeuken. Hij deelde de aspecten die het op deze manier werken zo waardevol maken, maar ook de hobbels waar tegenaan gelopen wordt. Wat me vooral is bijgebleven is de persoonlijke meerwaarde voor hem ervan. Hoe hij is gegroeid in zijn functioneren, hoe er een beroep wordt gedaan op andere kwaliteiten dan alleen die, die hij binnen zijn vakgebied nodig heeft. Hij voelt zich in deze bedrijfscultuur anders verbonden met het bedrijf omdat hij zich er écht medeverantwoordelijk voor gemaakt is. Zijn enthousiasme en glinsterende ogen tijdens het vertellen hielden me geboeid. Wat heeft werken met zelfsturende teams trouwens veel raakvlakken met dialoog!
Ik sprak ook met de eigenaresse van een varkenshouderij. Zij vertelde enthousiast over de renovatie van één van de varkensstallen die ze juist hadden afgerond en hoeveel voeten dat allemaal in aarde heeft gehad. In geuren en kleuren deelde ze van alles over de varkensfokkerij en hoe trots ze is dat haar oudste zoon het bedrijf over wil gaan nemen. Wetende dat hij er dag en nacht aan gebonden zal zijn, want dat ziet hij bij zijn ouders. Ik zal er heel anders tegenaan kijken, als ik in de toekomst langs een varkensstal rijd.
Er waren natuurlijk nog veel meer mensen met wie ik gezellig babbelde.
Uren later, thuis in bed, realiseerde ik me weer: het gesprek aangaan met onbekenden is altijd spannend. Je kunt niet inschatten wat er van komt, en er is een grote kans op mogelijkheden, voor jezelf en /of voor de ander. Het vergt een beetje moed: je weet nooit hoe iemand op je zal reageren. En het is ook een vorm van altruïsme: je geeft je luisterend oor en je hebt er geen idee van wat dat voor je gesprekspartner kan betekenen.